Begonnen als steenwerker is hij opgeklommen tot chef van een van de twee werkgroepen.
In het graf zijn diverse afbeeldingen van Goden te zien en van Pashedu, zijn vrouw Nedjembehdet en kinderen van het stel.
Het graf is in 1834 gevonden.

Ingang/Uitgang

Doorgang met de de twee Anubissen, die kijken naar de Tombe ingang.

De West-Wand, Osiris draagt de Nemes, zijn gezicht is groen, als de God van de Vegetatie, achter hem zit Horus en is een Oedjadoog, waaronder Pashedu zit in een houding van aanbidding.

Dit is in de Grafkamer, de God Ptah-Sokar, in de vorm van een Valk met gespreide vleugels, op de Zonnebark van de ochtend.

Hier knielt Pashedu onder een Dadelpalm, om water te drinken uit de Nijl. Rondom de Palm staat hoofdstuk 62 uit het dodenboek, de formule om te drinken in de Duat, dat is de onderwereld.

Pashedu voor Re-Harakhte

Osiris, Isis en Nut

De Echtgenote van Pashedu, Nedjembehdet

De ouders van Pashedu, Menna en Huy, achter hen een vriend van Pashedu, Nefersekheru.
Let op het haar van zijn vader dat is wit/grijs, dit wordt niet vaak zo afgebeeld.